maandag 30 mei 2011

Sociale media in het onderwijs, 30 mei 2011, HvA

Dinsdagmiddag 30 mei, Volkskrantgebouw, Amsterdam. Een studiemiddag over het gebruik van social media in het onderwijs, georganiseerd door medewerkers van de mediatheek. De wat warme zaal zit goed vol, ca. 70 personen. Wilma van den Brink, dagvoorzitter, leidt het onderwerp in. Hoe populair zijn de sociale media eigenlijk? Er komen wat cijfers in het beeld. Hieruit blijkt bv dat 91% van de personen in de leeftijdscategorie 16-25 jaar gebruik maakt van sociale netwerken. De rest zit een stuk lager. Dit werpt de vraag op of het inzetten ervan in het onderwijs relevant is. Daar circuleren genoeg ideeën over, maar , vraagt Wilma hardop af, hoe ziet de praktijk eruit? Er komen vanmiddag vier docenten aan het woord die het DOEN.

John van der Pas (Saxion Hogeschool) over Bloggende studenten
John past het middel weblog als middel toe bij het onderwijs aan zijn eerstejaars studenten. Het zijn studenten die een soort van informatica-opleiding volgen. Projectonderwijs is daar een veelgebruikte werkvorm. Daarnaast was er de wens om de ideeën vanuit het activerend onderwijs te gebruiken. Ter inspiratie diende ook wat literatuur over schrijfonderwijs: hoe begeleid je studenten die schrijfproducten maken.
De studenten kregen een groepsopdracht mee: vorm met vier studenten een redactie en schrijf dagelijkse een blogpost. Zo maken ze met elkaar kennis en leren ze – constructief – samen te werken. Maar het ging verder, ze moesten ook wekelijks een blogpost over een inhoudelijk onderwerp schrijven. Deze werd met name door de docent goed bekeken.
Johns formuleert zijn ‘lessons learned’ over het gebruik van deze werkvorm. Blogs zijn een goed middel om de kennis en inzichten van studenten te peilen. Ook de samenwerking blijkt goed uit de weblog, en dat op een dagelijkse basis. Een aardig neveneffect: de ‘branding’ van de opleiding krijgt een positieve stimulans: de hele wereld kijkt tenslotte mee. Enkele studenten omarmen het middel zelfs als hun ‘personal branding’.
Maar er zijn ook aandachtspunten. De docentbelasting bijvoorbeeld is hoog. Wekelijks feedback op de teksten geven is arbeidsintensief. Daarbij is transparantie een gegeven, en daar moet je je als docent goed bewust van zijn. Een voorbeeld: niet-presteerders moeten direct aangesproken worden want de anderen zien het ook als het lang duurt voordat de docent ingrijpt. Ook het leerproces is dus transparant! Tot slot: het gaat allemaal vlug. De cyclus is kort, dus je hebt dus niet heel veel tijd om bij te sturen.
John’s conclusie: blogging is als werkvorm geslaagd: kennis, vaardigheid en attitude komen bij elkaar, én met uitstraling naar buiten.

Albert Jan Bloemendal (HvA – DMR) over Facebook als leeromgeving
Albert Jan vertelt dat hij een vak heeft gegeven met titel ‘netwerken & social media’ voor ca. 26 studenten. Startvraag én onderwerp: hoe kun je de social media inzetten voor het werk waar je later in terecht komt (het gaat hier om de opleiding cultureel maatschappelijke vorming). Bij de start heeft een student een facebookgroep aangemaakt en het aantal interacties nam direct snel toe. Via links in facebookposts wees hij de studenten op allerlei interessante materialen. En ook studenten droegen zo – veel - materiaal aan. Er waren uiteraard ook contactmomenten. Die kon hij pas vlak van te voren voorbereiden omdat er steeds veel verkeer was op de facebookgroep. Albert Jan stelde elke week een vraag centraal. Bijvoorbeeld, wat is netwerken? Dat leidde tot input wat dan weer aanleiding was tot een stroom aan reacties. Zo ontstonden er online discussies. De resultaten daarvan nam hij mee naar het college waar hij de betreffende studenten om een reactie vroeg. Dit leidde tot een nieuwe vraag waar hij ze weer mee op pad stuurde. Studenten waren soms midden in de nacht bezig. En dat was de volgende dag te zien: kicken!
Hoe ga je dit toetsen en afsluiten? De studenten dachten zelf mee over die vraag en kwamen met het voorstel een flashmob te organiseren waarmee ze het journaal wilden halen. De flashmob is gehouden (op het centraal station) en ze hebben er Havanaweb mee gehaald. Albert Jan gaat binnenkort een gesprek voeren met de examencommissie over de vraag in hoeverre deze ‘toets’ aansluit op het door de studenten gevolgde onderwijs. Volgens Albert Jan hebben de studenten zelf een persoonlijke leerervaring gehad waarbij ze elk een verbinding met de toepassing in hun wereld hebben gemaakt.
De conclusies die Albert Jan de zaal meegeeft: weet zelf goed waar je heen wilt, weet waar je het over hebt, investeer (het kost veel tijd), durf concessies te doen (beweeg mee) en geef ruimte, zet je colleges (vooraf) online (via slideshare), wees pro-actief.
De hamvraag: deed iedereen mee? Het antwoord: ja en nee: iedereen was actief, maar er vielen er wel een paar af in het begin. Het mooiste is: ze zijn nog steeds actief in de groep te praten over dit onderwerp. Quote van een student: ik heb nog nooit voor een vak zo veel opgezocht als voor dit vak.

Paul Disco (HvA – DMCI) Twitter in de les
Paul is enthousiast over Twitter, dat wordt snel duidelijk. Hij vertelt over een experiment op een universiteit in de VS: een college met, en een college zonder social media. De resultaten zijn met elkaar vergeleken en, gelukkig, de social media gebruikers deden het beter. Waarschijnlijk omdat studenten die geen vragen in een groep durven te stellen, via social media wel actief meedoen: hogere betrokkenheid in het algemeen dus.
Paul somt de gebruiksmogelijkheden op van Twitter in een leersituatie:
- feedback krijgen via een stemming (twitterpoll),
- vragen stellen tijdens de les,
- voorkennis activeren door informatie over een case via twitter aan studenten te sturen,
- tentamenstress verminderen door een dag ervoor via twitter beschikbaar te zijn voor vragen (de rest kijkt mee en pikt er ook veel van op. Paul vermeldt hierover dat studenten een hoger cijfer haalden dan een studentengroep die deze mogelijkheid niet hadden.
- verspreiden van informatie, bv over stageplekken, onder studenten.
De gouden regel van Paul: Twitter: doe het als het goed voelt, en anders komt het wel. Of niet. En dat geldt ook voor LinkedIn.
Maar… heeft elke student dan een twitteraccount? Volgens Paul, die dat regelmatig vraagt aan de studenten, heeft nu 80% van hen een Twitter-account. 2 jaar geleden was het 20%, dus het groeit behoorlijk door.

Sumit Mehra (HvA – DMR) over wiki’s en co-creatie (n.a.v. een psychologie-wiki bij de UvA)
Sumit, nu HvA maar eerder werkzaam op de UvA bij psychologie, vertelt dat activerend onderwijs een aanleiding vormde om naar wiki’s te krijgen. Wiki = samen schrijven = co-creatie = actief de stof verwerken. Dat is in het kort de rationale. Daarbij komt dat de openbaarheid ervan stimulerend werkt. Dat kwam ook bij de andere prestaties naar voren. En in een wiki kun je zien wat de bijdrage is van een individu: dat is handig voor het onderwijs.
Let op, in dit onderwijs gaat het over grote aantallen studenten, ca. 450. Die werden verdeeld in werkgroepjes, en daarbinnen in subgroepen van 3 a 4 studenten die een wikipagina maakte over een onderwerp. Zo ontstond er in no-time een wiki van 120 onderwerpen die met elkaar samenhingen: een groot naslagwerk met de stof voor het tentamen
En, werkt het? Het bleek dat de informatie in de wiki van goede kwaliteit was. Uit de studentenevaluatie valt op dat studenten de opdracht met de wiki leerzaam vonden. Uit de statistieken bleek dat de wiki veel geraadpleegd is voor het tentamen. Conclusie. Het is zeker een actieve werkvorm die met succes wordt gebruikt.

Tot zover het verslag
Zijn deze resultaten nu aanleiding om verder te gaan op deze weg? Dat lijkt me wel: deze experimenten laten zien dat studenten actief meedoen en veel leren. Let er wel op dat in minstens twee van de vier cases het middel (social media) ook leerstofonderwerp is. De vraag kwam dan ook: welk middel moet je nu inzetten? En daar kwam een adequaat antwoord op. Het hangt af van je leerdoel en van de leerstof die je aanbiedt: daar moet het goed bij aansluiten. Daar sluit ik me bij aan, en ik weet me in het gezelschap van Mishra en Koehler die hier een mooi conceptueel model voor hebben gemaakt.

dinsdag 24 mei 2011

screencasting

Screencasting, ben erin gedoken. Al mijn verwachitngen zijn uitgekomen, meer dan dat: het is heel eenvoudig om te doen. Als je grote groepen mensen moet bedienen in een herbruikbare vorm, dan is screencasting een uitkomst. En.. ehm.. je kunt er nu nog een beetje mee scoren. Volgend jaar om deze tijd gebruikt iedereen het :-).

maandag 16 mei 2011

Vervreemding

Onder deze titel heb ik een column geschreven voor de blog van Heino Logtenberg (Saxion Hogescholen). Hij heeft een heleboel mensen in Nederland gevraagd om via zijn weblog een column te publiceren over het onderwerp onderwijsinnovatie. Leuk initiatief!