woensdag 14 november 2012

Onderwijsdagen 2012 - Jim Stolze - organisator TEDx Amsterdam – Welkom in de aandachtseconomie (keynotespeaker)

Jim Stolze noemt meteen het probleem: er is een acceleratie in de toename van de hoeveelheid informatie: een tsunami. We voelen dat we er iets mee moeten, maar dat lukt niet meer. E-mail tikkertje bijvoorbeeld kost de organisatie veel tijd (en dus geld). Input neemt toe, maar output blijft ongeveer gelijk: een gap. Wat te doen? Op 30 november 2008 stopte Stolze cold-turkey met internet. En hij schreef er een boek over: Living without the internet. Week 1 ging nog wel, maar week 2 was een ramp. Toch doorgezet en week 3 de lijn opwaarts gevonden: focus op single tasken. Na die maand had hij 1400 ongelezen mails in zijn inbox. Na analyse bleken er 6 mails tussen te zitten die de moeite waard waren. Eentje ervan was de uitnodiging van TED om over zijn experiment te vertellen. Dit was weer aanleiding tot het schrijven van een boek over hoe je je inbox kunt overleven. Nu de kern: iedereen, mensen en bedrijven, willen aandacht. Maar het aanbod aan aandacht neemt af. Aandacht is een valuta geworden. Door de informatie tsunami moeten we filteren. Een oplossing: vertrouw meer op algoritmen, vertrouw op experts, etc. Hoe werkt de aandachtseconomie? Praat met de mensen die het onderwerp kan schelen. Zoek dat uit via internet. Kijk naar het netwerk (van mensen) en maak daar gebruik van.

dinsdag 13 november 2012

Open Educational Resources, door Anka Mulder (keynotespeaker Onderwijsdagen 2012)

Anka Mulder is directeur Onderwijs en studentenzaken en secretaris van de TU Delft. Daarnaast is zij voorzitter van het internationale Open CourseWare Consortium. Dat is een club van 300 instellingen die zich bezig houden met open en online onderwijs. Terzijde: haar powerpointpresentatie heeft een CC-licentie (BY, SA) Ze stelt de vraag aan de orde waar Nederland blijft op dit onderwerp? Want volgens Mulder gebeurt er weinig. Maar eerst een kort college. Je hebt open content. Dat zijn alle digitale materialen die we maken en gebruiken: documenten, powerpointpresentaties, filmpjes, etc. Een aspect daarvan is Open educational Resources: de digitale materialen die we specifiek voor educatief gebruik maken. Open Courseware is daarbinnen een verzameling van die materialen die we groeperen in een ‘cursus’. MIT heeft dat 10 jaar geleden gestart: ze zetten toen al hun – digitale – materiaal online. 5 jaar geleden is het Open courseware consortium gestart met als doel om wereldwijd het onderwijs te verbeteren en toegankelijk te maken. Jazeker, een idealistisch motief. Een paar gegevens - De Nederlandse leden zijn Open Universeit, TUDelft en SURF. - Er dtaan nu ca. 21000 cursussen online. Ca. 4000 daarvan zijn vakken die in een andere taal worden hergebruikt. - Vooral studenten gebruiken dit materiaal (ca. 40%). Docenten zijn geen grote gebruikers (ca 10%). - Het wordt gebruikt om kennis en competenties voor het werk te vergroten Een prangende vraag: waarom wordt het in Nederland weinig gebruikt? Mulder loopt een lijstje ‘argumenten’ langs die worden genoemd: het is moeilijk, het is technisch, het leidt tot onpersoonlijk onderwijs, het is een hype, etc. Mulder zegt hierover dat de wereld verandert en dat ons onderwijs ook moet veranderen. Het draait voglens haar om urgentie: is er een belangwekkende reden om nu in actie te komen? Het antwoord laat zich raden: natuurlijk. Het gaat om de instroom in het HO die gigantisch toeneemt. Op wereldschaal is de toestroom zo groot dat het niet reëel is te denken dat we dat oplossen door het bouwen van nieuwe gebouwen. Maar let nu op: ook het business model voor HO verandert. Wat bv als onze studenten hun ‘on-line’certificaat van Harvard willen meenemen in onze opleiding> Wat als het bedrijfsleven open en online onderwijs erkent? Zullen onze studenten over 5 jaar nog voor ons onderwijs kiezen? Het is niet de inhoud (van je lessen) die bepalend is voor je concurrentiepositie. Dat gaat om het docent-student contact. Mulder wordt enthousiast: er liggen juist in Nederland grote kansen. We zijn toch innovatief hier? We hebben hier goed onderwijs, we hebben een goede ICT-infrastructuur, en we hebben een internationale oriëntatie. Als er ergens kansen zijn voor OER, dan is het hier. De TUdelft is erin gesprongen om redenen van reuputatie, uit idealisem, omdat het de kwaliteit van het bestaande onderwijs vergroot. Samenvattend: er zijn zeker hindernissen, maar deze zijn overkoombaar. De urgentie is hoog. Er liggen grote kansen!

Hacking your education, Dale Stephens (keynotespeaker Onderwijsdagen 2012)

Dale Stephens is de founder van UnCollege: een sociale beweging die onze blik op onderwijs wil veranderen. Onderwijs communiceert nu een mythe: je hebt het later beter als je nu oplet. Maar scholen leveren dat niet. Daarbij is ons onderwijs is te duur en het bereidt studenten niet goed genoeg voor op een baan. Kortom: het levert te weinig op. Stephens confronteert ons bijvoorbeeld met het feit dat er in Noord Amerika 5700 cipiers werken met een doctorstitel. Deze zijn als drop-outs te beschouwen. Stephens zelf heeft zijn college-opleiding na 6 maanden verlaten, en is toen UnCollege begonnen: een plek om te leren zonder dat je iets onderwezen wordt: extreem zelfsturend dus. Hij vertelt dat hij en anderen het heel inspirerend vonden om het eigen leerpad en de eigen leeractiviteiten te ontwerpen. De term ‘unschooling’ in dit verband is van John Holt (how children learn). Dat boek is al dertig jaar oud, maar het verschil met nu is de technologische vooruitgang. En daarmee kun je connecten met de wereld om je heen, veel meer dan vroeger. Unschooling is een levenlange commitment om jezelf te ontwikkelen. Wat blijft hangen is dat de Unschooling voor Stephens goed werkt. Maar Stephens is best wel bijzonder: 20 jaar oud, ondernemer, auteur, spreker. Zijn verhaal is echter wel aanleiding tot enige introspectie: onderwijs is erg gericht op de middenmoters. Stephens stelt terecht: zet de student in de eerste plaats, sluit aan bij hun leerbehoeften, stop met die nivvelerende cohorten, haal de tijdsdruk eraf, laat scholen community centers worden, docenten zijn in de eerste plaats coaches. En bij dit alles: ICT is een onmisbaar middel om dit te kunnen realiseren.