Waarom zou je enthousiast kunnen zijn over
de mogelijkheden van – snelle - mobiele technologie? Omdat er nieuwe werkvormen
voor onderzoek en onderwijs zijn. Dat gaat in de eerste plaats om het uitvoeren
van leeractiviteiten op de beroepsplek. Denk aan het verzamelen van – veel –
meetgegevens waarop dan persoonlijk en gedetailleerde terugkoppeling is te
geven. Terugkoppeling dus op de maat van die persoon (o.b.v. big data). Een
ander voorbeeld: de interactie tussen studenten onderling, en ook de interactie
met de docent én met de content, kun je als docent veel intensiever maken. Didactisch
gezien gaat het om meer activerend onderwijs, meer student-gecentreerd, meer het
leren in de context van het beroep
Een belangrijk aandachtspunt is de
didactische inbedding. Het gebruik van deze technologie heeft uiteraard invloed
op de gehanteerde didactiek en daar moet je bewust en doelgericht mee omgaan.
Op dit seminar hebben de pilotprojecten
zich gepresenteerd die onderdeel waren van het innovatieprogramma
Draadvrij, van SURFnet
Een korte beschrijving van de pilots:
·
Een
snelle netwerkverbinding (4G) voor het overbrengen van beelden met een hoge
kwaliteit, overal vandaan. Denk aan webcasting en videoconferencing, zowel binnen
de instelling maar ook van daarbuiten.
·
Het
gebruik van een app in het ‘veld’: een digitale hardloop coach. Hierbij zijn
meetbare gegevens als hartslag en beweging gekoppeld aan de emotie van de
hardloper.
·
Studenten
voeren op locatie een verkenning uit als praktijkoefening. De data die de studenten
verzamelden gingen naar de ELO, en via Skype hadden ze contact met hun docenten.
Een mooi voorbeeld van een beroepsrelevante opdracht, met begeleiding op
afstand.
·
Een
docent coacht op afstand een student die les geeft aan een klas. De coach kan
via een camera alles zien wat de student doet, en kan via het oortje de student
feedback geven en handelingsalternatieven aanreiken.
·
4G-videopilot(s)
bij een dovenstudie. Op locatie kunnen de – dove – deelnemers elkaar zien en via
gebarentaal met elkaar communiceren.
·
Een voorbeeld
m.b.t. stadsarcheologie. De studenten gaan de stad in, voeren opdrachten uit,
waaronder het verzamelen van meetgevens voor een onderzoeksopdracht.
·
Een
voorbeeld vanuit diergeneeskunde waarin het ook draait om het leren op de
werkplek. De studenten staan in het veld bij de dieren (paarden, koeien; heel
veel context) en de docent coacht op afstand: hij kan alles zien wat de
studenten zien, en kan daarop feedback geven. Ter ondersteuning kunnen de
studenten ook allerlei digitale tools en info ge ruiken die in de ELO klaar
staat.
De middag werd afgesloten met een keynote van
David Lemereis. David is journalist en sciencefact-watcher. Hij liet veel voorbeelden zien van het internet of things, of beter, het internet of everything. A.d.h.v. filmpjes
betoogde hij dat nu al, maar vooral in de nabije toekomst, alle dingen en
personen met elkaar verbonden zullen zijn. Denk aan een vork die van alles meet over hoe
je eet en daarover terugkoppeling geeft (als je te snel eet..). Of een beker
die bijhoudt wat je drinkt (Vessyl), en ga zo maar door, tot en met de
connected vuilnisbak, en betonnen wanden die als sensor werken en een melding geven
bij scheuren. Zijn conclusie: intelligentie is straks overal en in ieder object.