woensdag 10 november 2010

Onderwijsdagen 2010, Etienne Wenger. Knowledgeability in landscapes of practice.


Etienne Wenger is, voor wie het niet weet, een goeroe op het gebied van communities of practice. Hij heeft de term uitgevonden geloof ik. De introductie van de chair positioneert hem ook als nogal een expert: he is an independent author, thinker & consultant, and has several doctorats (of hoe dat ook mag heten), around the world. He is currently living in California.
Het was nogal een abstract verhaal, en het is dus lastig om daarvan iets in praktijk te brengen. Zet je dus maar even schrap. Iemand zei tegen me: De winst van zijn bijdrage is dat hij je laat nadenken over de rol die je in een organisatie kunt en wilt innemen.
Meteen bij de start confronteert hij ons met een indringende vraag: What does a flower know about being a flower, om van daaruit te komen bij : Wat is de essentie of being a human being?
Etienne’s antwoord: The ability to participate in social practices. Er verschijnt een schema waarmee hij in niet zo heel vloeiend Engels duidelijk maakt dat mensen, op abstract niveau weer, een paar belangrijke dingen doen in hun leven, zoals: to represent concepts (waar een computer in principe heeeeel goed in is) en to participate in activiteiten, mede m.b.v. die concepts. Deze twee activiteiten komen samen in een derde: practice. En het resultaat van dit alles is: meaningfullness. Nu ik dit intyp denk ik het te begrijpen, maar misschien maak ik er nu achteraf een kloppend verhaal van.
Hij gebruikt een heleboel woorden waaruit ik begrijp dat de community of practice (CoP), waarin dit alles samenkomt, daarom heel belangrijk is: daar deel je je interesses, interacteer je regelmatig met elkaar, leer je dus van en met elkaar, en verbeter je je persoonlijke competenties. Dergelijke CoP’s zie je overal. Het is anders dan een training, het gaat hier om een partnership waarin je met elkaar overlegt over de relevantie van het onderwerp.
Hij gaat verder door te vertellen dat er twee belangrijke trends zijn die hier een rol spelen. De zogenaamde verticalisatie van kennis: er komt steeds meer kennis om kennis te ontwikkelen. De hoeveelheid kennis neemt dus exponentieel toe. De andere trend staat er haaks op: het – meer -nadenken over wat die kennis persoonlijk voor je betekent in netwerken & communities. In beide speelt de technologie een steeds belangrijkere rol. Dit alles betekent dat we moeten ophouden te praten over kennis, maar moeten gaan praten over het vermogen om kennis te kunnen ontwikkelen die voor onszelf betekenis heeft: knowledgeability. Met deze term bedoelt hij ook het vermogen om te weten welke mensen je kunt vertrouwen om hĂșn knowledgeability.
Gelukkig, hij gaat naar de afronding toe, want de zaal trekt dit bijna niet meer. Volgens hem gaat het om de 21e eeuw niet draaien om kennis, maar om wie je bent en wie je wilt en kunt zijn. Toegang tot het curriculum is niet meer het punt. ‘the 21st century will be the century of identity’.
Wat zijn hier de didactische consequenties van? Met die vraag laat hij ons achter.

1 opmerking:

  1. Aha, daar ging het dus over. Ook ik had moeite zijn verhaal te volgen en haakte halverwege af.

    BeantwoordenVerwijderen